Jaarlijks vraagt ProRail bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat subsidie aan voor het beheer, onderhoud en vervanging van de spoorse infra. Voor de periode 2020 tot 2035, heeft ProRail voor al haar assets deze kosten opnieuw opgebouwd. ProRail doet dit vanuit beoogde prestaties / gebruik naar de impact daarvan op ProRail assets, de maatregelen die ProRail dient te nemen om deze assets in stand te houden en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Dit totaal aan kosten wordt de BOV-reeksen genoemd. ProRail streeft naar goed onderbouwde BOV-reeksen om in control te zijn over de eigen assets en prestaties, en om een professionele en voorspelbare partner te zijn van het ministerie.
Eén van de maatregelen die ProRail heeft getroffen om de kwaliteit van (de onderbouwing van) deze reeksen verder te verbeteren, is het laten toetsen hiervan. Het doel van de toetsing is om de betrouwbaarheid van de reeksen vast te stellen en concrete aanbevelingen te doen om deze waar nodig te verbeteren. ProRail heeft Horvat & Partners gevraagd om deze toetsen vorm te geven. In vier maanden hebben we de kosten van een groot en uiteenlopend aantal techniekvelden binnen ProRail beoordeeld. Dit loopt van Stations tot ICT en van spoorse infra tot de verkeerleiding inclusief de kosten aan personele inzet om deze ‘productie’ te realiseren.
Zowel het opnieuw opstellen van de reeksen binnen ProRail als de toetsing daarop hebben een duidelijke impuls gegeven aan de betrouwbaarheid van de reeksen. De toetsing heeft een groot aantal concrete verbeterpunten voor de korte en voor de lange termijn geïdentificeerd en bijgedragen aan een structurele verbetering ten aanzien van asset management binnen ProRail.